Keerwanden met bochten 

Bouwen bochten

Het is eenvoudig om gebogen of serpentine keerwanden te bouwen. De gepatenteerde Allan Blocks maken het mogelijk om eenvoudig zowel binnen- als buiten bochten te bouwen. De meeste bochten kunnen gebouwd worden zonder dat er gezaagd moet worden.
- Probeer tijdens het stapelen te voorkomen dat de verticale voegen boven elkaar komen. Laat de blokken minimaal 1/4 blok verspringen en gebruik indien nodig een halve blok om dit realiseren.

- Voor u start met bouwen controleert u de projecttekening. Vervolgens zet u plaats en vorm van de keerwand uit. Zorg daarbij voor vloeiende, niet te kleine bochten. Dit zorgt voor een esthetisch verantwoorde keerwand.
- Gebruik indien mogelijk blokken met een grotere hellingshoek of halve blokken voor een mooiere aansluiting.
Binnenbochten

- Om een vloeiende binnenbocht te bouwen, worden de blokken aan de voorzijde volgens de straal strak tegen elkaar geplaatst en tegelijkertijd zorgt men ervoor dat de achterkant van de blokken met een vaste tussenruimte uit elkaar worden geplaatst.
Buitenbochten
Om een vloeiende buitenbocht te bouwen worden een of beide zijvleugels verwijderd. Plaats vervolgens de voorkant van de blokken strak tegen elkaar en volg de straal van de bocht. Door met een hamer op de zijvleugels te slaan, zullen deze afbreken.
Het werken met stralen

Om te bepalen of met de Allan Block de gewenste straal gebouwd kan worden, verwijzen wij u naar AB tabel voorminimale straal.
De kleinste straal aan de bovenkant van alle AB keerwanden die gebouwd worden met de standaard blok, bedraagt 1,2 m. De definitieve wandhoogte bepaald wat de minimale straal aan de voet van de wand moet zijn. Bij het stapelen van de keerwand ontstaat een conisch effect, waardoor de straal aan de voet groter dient te zijn dan aan de bovenkant van de wand.
Raadpleeg de tabel om de straal aan de voet van de keerwand te bepalen, zodat de straal aan de bovenkant van de wand minimaal 1,2 m bedraagt.
Het beginnen van een straal

Vanaf het punt waar de straal begint trekt men een rechte lijn met de lengte van de straal (zie tabel voor minimale straal) en leg het middelpunt vast. Bevestig een touw aan het middelpunt en trek een lijn voor het bepalen van de juiste straal en de plaats van de eerste rij blokken. Plaats de blokken met de voorzijde tegen de lijn.
- Voor de overgang van een gebogen wand naar een rechte wand, plaatst men de blokken in de bocht en het eerste deel van de volgende sectie. Dit vergemakkelijkt het bouwen van een vloeiende overgang.
Kleinere bochten




- Bij de toepassing van de blokken bij een kleine straal, ontstaat er een opening aan de voorzijde tussen de rijen. Indien nodig kan men aan de onderzijde van de blok een deel van de sponning verwijderen en vervolgens de blokken strakker tegen elkaar plaatsen.
Bochten met geogrid
In bochten volgt men bij het leggen van het geogrid de gebogen lijn en leg het geogrid tegen de opstaande lip van de blokken. Het uitstekende geogrid kan eenvoudig met een mes worden weggesneden.
Werken met geogrid in binnenbochten
Bij binnenbochten dient het geogrid volledig de straal te volgen. Het kan daarom noodzakelijk zijn om onder of boven de rij blokken waarop het geogrid gelegd dient te worden, extra lagen geogrid in te bouwen om de tussenruimtes op te vullen.
- Snij het geogrid op de berekende en aangegeven lengte.
- Leg de eerste geogridstroken op de vereiste plaats rond de bocht, met de voorkant tegen elkaar. Let erop dat de juiste sterkterichting loodrecht op de voorzijde van de keerwand ligt. Merk de blokken of de stroken waar er open ruimtes tussen het geogrid aanwezig is.
- Plaats de extra lagen geogrid op de volgende rij (of de daaronder liggende rij) om de ontbrekende tussenruimtes op te vullen.
Werken met geogrid in buitenbochten
- Snij het geogrid in de vereiste lengtes.
- Leg het geogrid in de buitenbocht.
- De elkaar overlappende delen geogrid worden opgevuld met een 75 mm dikke laag goedgekeurd aanvulmateriaal.
- Verdicht nooit direct op het geogrid.
Afdekplaten in bochten



- Plaats twee afdekplaten zo op de wand, dat er een derde afdekplaat precies tussen het breedste deel past
- Plaats een andere afdekplaat boven op de eerste twee afdekplaten en teken de overlapping af op de onderkant van de middelste afdekplaat.
- Neem deze afdekplaat en zaag deze op maat ter plaatse van de aftekening.
- Herhaal dit zo vaak als nodig is om de gehele bocht van afdekplaten te voorzien.
- Het is een goed idee om alle afdekplaten met een betonlijm vast te zetten.
Scherpe bochten
- Plaats twee afdekplaten zo op de wand, dat de achterkant van beide platen tegen elkaar liggen. Aan de voorzijde zal er een opening zijn.
- Meet de afstand van deze opening tussen de twee platen (x).
- Teken aan de achterkant van de afdekplaten deze afstand gedeeld door twee (x/2) af.

- Trek een lijn van dit punt naar de voorkant.
- Gebruik een betonzaag voor het zagen van de afdekplaten.
- De bovenstaande stappen werken voor zowel binnen als buiten radii.
meer opties voor Muur afwerkingen.